Henk Horsten, textielingenieur en dé textielman van Detex Opleidingen, heeft een groot aandeel gehad in de groei die Detex jaren geleden heeft gekend. In het kader van ons 90-jarig jubileum zochten wij hem op. In deze ‘aan het woord’ vertelt hij graag over zijn carrière.

Hoe bent u bij Detex Opleidingen terecht gekomen?

‘Ik ben van origine textielingenieur en ik heb mij gespecialiseerd in weven. Na mijn studie heb ik bij enkele wollenstoffenbedrijven in Tilburg gewerkt. Daarna ben ik terecht gekomen bij jacquardweverij van Trijp (meubelvelours) in Eindhoven. Daar ben ik bedrijfsleider en productontwikkelaar geweest. Op een gegeven moment vroegen ze bij stichting Betex (beroepsopleiding textiel voor medewerkers in de textielindustrie) een parttime docent Weven in Tilburg. Zo ben ik in het textielonderwijs beland. In 1981 werd ik parttime docent bij Detex Amsterdam.’

Hoe zag uw start bij Detex er toentertijd uit?

‘Ik ben bij Detex terechtgekomen net voordat TMO opgericht werd. Max Gras was op dat moment directeur van Detex en Hans van Domselaar (adjunct-directeur) nam TMO in Doorn onder zijn hoede. Detex was dé vakopleiding voor de modehandel en was veelal een avondopleiding. Ook werden er cursussen verzorgd op mode- en kunstacademies. TMO was een fulltime dagopleiding.’

‘Ik was bij mijn start de derde leraar voor textielcursisten die op dat moment bij Detex een cursus volgden. De eerste  docent was met pensioen gegaan en de andere docent  verving hem tijdelijk. Hans van Domselaar vond dan ook dat hij verplicht was mij voor te stellen aan deze groep cursisten. Zo gezegd, zo gedaan. Hij ging mee om mij voor te stellen. Hij vroeg aan mij of ik er bezwaar tegen had als hij bij mijn eerste les aanwezig zou zijn. Ik vond het wel spannend natuurlijk; tijdens mijn eerste les was de directeur direct aanwezig. Maar ik had geluk! De les die die avond gegeven moest worden, ging over weven. Als iéts op mijn lijf geschreven was, was het dat wel.’

‘Toen ik de volgende morgen Detex moest bellen (waarom weet ik niet meer), kreeg ik Max Gras aan de telefoon. Hij had van Hans van Domselaar gehoord dat ik een lot uit de loterij was voor Detex. Hij was zeer te spreken over mij.’

En hoe zette u uw carrière voort?

‘Een paar maanden later hadden we een docentenvergadering en stelde hij voor om een textielcommissie in het leven te roepen. Hij vroeg mij om de technische kant van de textiel te vertegenwoordigen. Samen met twee anderen vormden wij deze commissie. Ook dames- en herenmode werden vertegenwoordigd. Op een gegeven moment werd ik gevraagd om fulltime textieldocent te worden voor Detex. Mijn rayon bestond uit het gebied tussen Breda, Den Bosch, Eindhoven en Maastricht. Om je een beeld te geven; op maandagmorgen trainde ik een groep in Maastricht. ’s Middags had ik twee groepen op de kunstacademie van Maastricht en ’s avonds twee groepen in Sittard. Dinsdagochtend trainde ik de modeacademie in Eindhoven, ’s middags de academie in Breda en ’s avonds gaf ik cursussen in Eindhoven. Op woensdagmiddag trainde ik de lerarenopleiding in Nijmegen en ’s avonds was ik in Den Bosch te vinden. Ik gaf les aan ongeveer twintig groepen van  ruim twintig cursisten per groep. Ik had zelf dus al ruim 400 cursisten. In deze tijd trainden wij op jaarbasis misschien wel 10.000 cursisten. Tussendoor volgde ik de cursussen bedrijfsadministratie (BA) en bedrijfsbeleid (BB) van Detex. Ook daarin heb ik lesgegeven.’

‘Hans van Domselaar kreeg de dagelijkse leiding over TMO. Hierdoor kon hij minder aandacht besteden aan Detex. In 1988 werd ik aangesteld als cursusleider. In mijn nieuwe functie veranderde  mijn taak maar ik bleef wel altijd lesgeven. Ik was verantwoordelijk voor de inkoop van stoffen, het maken van stoffentoetsen, de gehele schriftelijke cursus en het verzorgen van de tentamens en examens. In mijn tijd bood Detex ook cursussen aan textielwinkeliers. Maar we hadden ook nog andere doelgroepen. Ook de ‘zeer geïnteresseerde huisvrouw’ die kennis over textiel wilde opdoen, volgde Detex-cursussen.’

U bent vervolgens een tijdje werkzaam geweest in België. Hoe is dat gegaan?

‘Op een gegeven moment wilde een Belgisch bedrijf informatie over de cursussen van Detex. Samen met de commerciële man van Detex ging ik in gesprek met dit bedrijf. Zij wilden onze trainingen aanbieden aan hun medewerkers. De deal werd gesloten en we gingen textieltrainingen geven in een restaurant in Kasterlee. Ik kwam in gesprek met de eigenaar van het restaurant. Hij bleek bestuurslid te zijn van Navetex België. Hierdoor ontstond een nauwe samenwerking met Navetex en zijn we in België diverse trainingen gaan geven. Door deze stap deed ik steeds meer contacten op in België. Op een gegeven moment kwam ik in de positie om Detex in België te gaan beginnen. In 1994 ben ik hiermee gestart in een pand in Turnhout.’

‘Echter, bij mijn pensionering hield dat op. Maar ik had het zo erg naar mijn zin hier, dat ik voor mijzelf begonnen ben. Niet alleen in België, maar ook in Nederland. Ik ben voornamelijk opleidingen gaan geven aan bedrijven (fabrieken en groothandels). Zo kwam ik in contact met een Belgisch bedrijf dat een 100% synthetische ondergoedlijn ontwikkeld had. Zij wilden hun klanten kennis laten maken met deze lijn. Ik heb voor hen een cursus geschreven en heb uiteindelijk meer dan 1.000 cursisten mogen trainen.  Vooraf wilde ik me meer verdiepen in deze synthetische stoffen, waardoor ik bij hun vestiging in Duitsland zelf een training ben gaan volgen. Ik maakte de docent duidelijk dat ik deze dag gast was en ik mij, als textielingenieur, nergens mee zou bemoeien. Tot een van de cursisten een vraag had over multifilamenten. Hierop kon hij geen antwoord geven. Ik heb de docent toen geholpen door de vraag te beantwoorden. Nadien zei hij: ‘Als je ooit iets nodig hebt voor je bedrijf, benader mij. Ik zal ervoor zorgen.’ Toen ik voor mijn eigen bedrijf stoffen nodig had, kon ik bij hem aankloppen en werd het geregeld!’

U heeft een inspirerende carrière gekend. Waar bent u het meest trots op?

‘Ik ben nu 88 jaar oud. Momenteel werk ik niet meer, maar ik heb mijn werk nog wel lang voortgezet. Als er nu iemand komt met een textielprobleem, ga ik diegene zeker nog helpen. Textiel zal namelijk nooit uit mijn leven verdwijnen. Het mooiste aan mijn carrière was het contact met de textielcursisten. Ik heb hieraan heel wat contacten overgehouden. Soms kom ik nog wel eens mensen tegen die trainingen hebben gehad van mij. Verder vond ik het verzamelen van stoffen erg leuk. Ik heb veel tijd en energie gestopt in het zogenaamde stoffenvademecum voor Detex. Dat is een soort Dikke van Daele voor stoffen. Iedere stof die je maar kunt bedenken, staat erin,  met een  voorbeeld en een uitgebreide beschrijving. Wat een dankbaar project was dit! Maar daar waar ik het meest trots op ben, is toch wel mijn avontuur in België. Dat was echt mijn kindje.’